Blog
Mijn lichaam is mijn alfa en omega
April 28, 2018
Mijn lichaam is mijn alfa en omega Lichaamstaal (1)
Het aardse leven begint bij de conceptie en eindigt bij de dood van het lichaam. Het enige echte, tastbare en blijvende in dit leven is het lichaam. Ik, met mijn ziel en diepste zijn, woon in mijn lichaam.
Alles wat ik meemaak, maakt mijn lichaam mee. Mijn lichaam denkt en piekert mee, slaat indrukken op, voelt vreugde en pijn.
Hoe ik met het leven omga, uit zich in houdingen en bewegingen. Fier zijn uit zich in een rechte rug, blinkende ogen en een stralend gezicht. Bij teleurstelling en ontgoocheling zie ik een gebogen hoofd en rug. Bij stress bemerk ik trillende vingers, een verkorte ademhaling en een gespannen blik.
De energie van levenservaringen dringt door tot in de weefsels en uit zich in een unieke combinatie van woorden, gebaren en bewegingen.
Onverwerkte emoties of scheefgetrokken overtuigingen veroorzaken tunnelvisie en verstoren het goed functioneren van ons lichaam (een voorovergebogen houding, verstopping, hartklachten, …).
Wat ik verder beschrijf, is informatie om mijn job goed te doen, geen oordeel. Ik gebruik voor het gemak ‘hij’, maar het kan ook ‘zij’ of ‘x’ zijn.
Als emotioneel lichaamstherapeut is het belangrijk om te zien waarin iemand vastloopt. Hoe een patiënt telefonisch zijn afspraak maakt, vertelt veel over hem: het woordgebruik, de zinsconstructies, de intonatie, de manier van uitdrukken. Hoor ik een heel verhaal of een kort:”Kan ik een afspraak maken aub?”
Zijn houding in de wachtkamer: zit hij gewoon te wachten of verdiept hij zich in literatuur? Zit hij gespannen of ontspannen? Was hij op tijd of iets te laat? En als hij te laat was, wat zegt hij dan:”Sorry, sorry, sorry dat ik te laat ben.” of “Mijn excuses voor mijn te laat komen” of zegt hij gewoon niets.
Hoe komt hij recht? Hoe stapt hij binnen in de praktijkruimte? Hoe beweegt zijn lichaam: soepel of stram of mankt hij in zijn heup, knie of voet? Beweegt hij houterig of vlot?
Zijn begroeting: de stevigheid of zachtheid van de handdruk, de temperatuur en vochtigheid van zijn hand, het oogcontact.
En eenmaal gezeten, begint hij onmiddellijk met zijn verhaal of wacht hij op mijn:”Wat is de reden van uw afspraak?”
De manier waarop hij voor mij zit: zit hij op de boord van de stoel of leunt hij tegen de rugleuning? Hoe staan zij schouders en zijn hoofd? De kledijkeuze? Hoe ademt hij als hij zijn verhaal vertelt? Spreekt hij in kortzinnen, emotioneel gekleurd, to the point of breit hij er, om welke reden dan ook, herinneringen en indrukken aan?
Praat hij enkel over zichzelf of betrekt hij er andere personen bij?
Praat hij over zijn lichaamsklachten of vertelt hij over de spanningen op het werk? Praat hij over het nu of vertelt hij zijn ganse levens- en lijdensverhaal?
Zijn blik: kijkt hij mij aan of vertelt hij zijn verhaal aan mijn bureaublad? Spreekt hij vlug, stotterend, rechtuit of gebruikt hij vele omwegen? Knippert hij met de ogen, gesticuleert hij met armen en benen zoals zuiderlingen doen of vertelt hij het verhaal stoïcijns?
Ik let ook op de verzorging van haar en nagels en bij vrouwen op make-up en sierattributen.
Welke emoties hoor ik in het verhaal: twijfel, teleurstelling, kwaadheid, onrust, onzekerheid of geen emotie? Vertelt hij het vanuit zijn hart of vanuit zijn hoofd? Gebruikt hij ‘je’ of ‘ik’?
Tegelijk luister ik ook naar de inhoud:”Mijn klachten zijn eigenlijk begonnen toen … “.
En niet alleen de klacht is interessant om te horen maar ook hoe hij zijn klachten verwoordt.
En na al dit, sluit ik af met:”Goed, we beginnen eraan!” Ik behandel elk lichaam van kop tot teen maar houd rekening met de informatie die ik heb gehoord of gezien, telkens vanuit een ander perspectief.